Mijn fietsreis door Vlaanderen heb ik opgesplitst in drie kortere vakanties, gegroeid uit de behoefte om als fietstoerist toch iets meer actief te blijven telkens er een lange periode was tussen twee “verre fietsreizen”, maar om ook eens “dicht bij huis” als een toerist te beleven. De basisgedachte achter deze reis was om zoveel mogelijk historische overblijfselen van het “Graafschap Vlaenderen” uit de Middeleeuwen terug te vinden.  En tevens hiermee de gelijkenissen en verschillen te ontdekken die er zijn binnen het gewest Vlaanderen en tussen de regio’s Frans Vlaenderen en Zeeuws Vlaanderen.

Net zoals mijn vorige vakantie in Vlaanderen heb ik geen verplaatsing vooraf, want ik start met fietsen vanaf de plek waar ik woon.  Ik plan deze reis ook via het knooppunten systeem, dus fiets ik eerst naar knooppunt 90, het dichtste bij mijn woonplaats. 
Nu gaat dit knooppunten systeem ook verder door Nederland, en hiermee kan ik het volledige traject op deze manier uitstippelen.  Dit heeft wel voor gevolg dat ik niet steeds de kortste weg kies om van de ene plaats naar de andere te fietsen, maar daartegenover staat dat het wel de mooiste is, langs afzonderlijke fietspaden of langs kleine en verkeersarme binnenwegen waar het steeds rustig is om te fietsen.

Deze  tweede vakantie in Vlaanderen is de eerste fietsvakantie ooit waarbij ik telkens en hotel geboekt heb in de plaats waar ik de geplande fietstocht wil eindigen.
Ja, veraf zie ik nooit een probleem voor het vinden van een gepaste overnachting, maar dichtbij heb ik toch wel een ander gevoel om niet in een "te-veel-sterren-hotel" te belanden.  Ik koos er telkens een zo typisch mogelijke overnachtingplaats uit, waar je nog contact hebt met de lokale bevolking.