_____________________________________________________________________________________________________________________________________ Reisverslag Madagaskar 2016
HET LAND Madagaskar heeft een oppervlakte van 587.041 km². Er zijn ongeveer 23 miljoen inwoners (2013) bevolkingsdichtheid 39 inw./km².
DE
VOORBEREIDING Het is een niet voor de hand liggende
keuze geworden, mijn zesendertigste land voor een fietsreis.
Doordat ik hou van variatie en bij twee opeenvolgende reizen
graag voldoende onderscheid wil hebben, ben ik na het Aziatische Japan
bij het Afrikaanse Madagaskar terecht gekomen, dat is dus van een land
met een gestroomlijnde organisatie naar een land zonder organisatie.
Met een oppervlakte van meer dan 580.000 km², is Madagaskar het
vierde grootste eiland ter wereld, maar wat verharde wegen betreft is
het er erg pover gesteld, de onverharde wegen zijn enkel buiten het
regenseizoen toegankelijk met een terreinwagen en daardoor veronderstel
ik dat je er ook wel per fiets doorkomt als je gewoon naast de diepste
sporen en rond de grootste putten fietst. Het
regenseizoen duurt daar tot zowat eind april, en hierdoor is mijn
reisperiode ook al gedeeltelijk bepaald, want fietsen in de regen is
helemaal niet gezellig meer, dus niet vroeger vertrekken dan half mei
zegt mijn reiservaring. En als de verrassende elementen bij
de voorbereiding een maatstaf zijn voor de reis zelf, dan wordt het een
heel leuke en niet alledaagse reis. Want er zijn toch
wel enkele hoofdstukken die hier bij mijn voorbereiding tot onverwachte
situaties leidden. Vooreerst zijn er nog velen die het
moeilijk hebben om het land Madagaskar te situeren op de wereldbol, en
blijven ze meestal het antwoord schuldig als ik naar de naam van de
hoofdstad vraag. Het is trouwens ook niet zo
eenvoudig om de naam Antananarivo vloeiend uit te spreken, maar zo zijn
er nog veel meer namen in dit land waarbij ik het ook moeilijk heb met
de uitspraak, zowel van plaatsen als van de bewoners zelf (voorbeeld de
stad Fianarantsoa, het national park Ranomafana, de premier Jean
Ravelonarivo en vooral hun president Hery Rajaonarimampianina).
De lokale bevolking heeft hier wel
iets op gevonden door in veel gevallen een verkorte versie van de naam
te gebruiken, want daar is Tana alom gekend als de hoofdstad van Mada. Ten tweede is er dan de speciale
fauna en flora, die hier bij ons ook al niet zo goed gekend is.
Als ik dan zeg dat de baobab daar heel veel voorkomt, krijg ik
als reactie om toch maar op te letten dat ik er niet gebeten wordt door
een van die baobabs. Als ik dan over de vele soorten
lemuren spreek die er te zien zijn, krijg ik de vraag of al die soorten
lemuren nog in bloei staan tijdens de periode dat ik er ben. En ten derde is er dan het uitzoeken
van de plaatsen die ik wil zien en het samenstellen van de fietsroute om
er te geraken. Want zoals bij elke voorbereiding van een reis komt ook
hier heel wat bij kijken, en gezien er nog maar weinig toeristen per
fiets door dit land getrokken zijn, is het nog moeilijker om een
planning te maken, zo min mogelijk vastleggen en alles ter plaatse
regelen komt hier als beste oplossing uit de bus.
Eerst en vooral probeer ik een fietstraject uit te stippelen, dan
uitzoeken hoe ik in het land kan komen en verder op de plaatsen die ik
wil zien, tenslotte op een rijtje zetten wat ik wil bezoeken, en dan
inschatten hoeveel tijd ik eraan wil besteden, zodat ik mijn data voor
de heen- en terugvlucht tijdig kan vastleggen om een gunstig vliegticket
te kunnen bestellen. Om me eventueel in het binnenland
over een grote afstand te verplaatsen zijn er verschillende
mogelijkheden, tenminste toch zolang je niet in detail gaat kijken. Er is een spoorwegennet, maar er zijn
slechts 3 spoorlijnen die enkele grote steden met mekaar verbinden.
Als ik het rittenschema opzoek, blijkt dat het grootste deel van
de treinen momenteel niet uitrijden omwille van onderhoudswerken die
twee jaar geleden begonnen zijn. Er zijn ook heel wat havens rondom
het eiland, dus een ferry om me van de ene plaats naar de andere te
verplaatsen is de volgende optie. Nu probeer ik hier
en daar een vaarschema op te zoeken, maar ook hier is het vrij snel
duidelijk: de meeste boten zijn cargoschepen die ook een beperkte
ferrydienst verzorgen, ze varen een paar keer per week uit, maar er is
geen vast schema. Je kan het best naar de haven gaan
en terplekke zien als er een schip ligt, hen dan vragen wat hun volgende
bestemming is en wanneer ze uitvaren. Dan zijn er zowat overal in het land
een soort minibusjes die veel kleine plaatsen in het binnenland aandoen.
De naam “Taxi-brousse” doet toch al één en ander vermoeden.
Een vast uurrooster ontbreekt ook hier, je gaat naar de plaats
waar een busje vertrekt, koopt je ticket voor de gewenste bestemming en
je kan mee. Alleen weet je nog niet wanneer de rit
begint, want het busje vertrekt pas als het vol zit met passagiers.
En vol is hier toch wel een pak meer dan dat er zitplaatsen
voorhanden zijn, die ervaring heb ik trouwens al van mijn fietsreis door
Kameroen. En daar was het geen probleem met de fiets,
die gaat bovenop de bus samen met alle andere bagage, en om het plaatje
kompleet te maken leggen ze er nog een koppel levende geiten en een mand
met kippen naast. Tenslotte denk ik dat ergens een
binnenlandse vlucht onvermijdelijk zal zijn om niet langs dezelfde route
als de heenweg te moeten terugkeren naar mijn eindbestemming.
En hopelijk loopt dit dan vlot, want als er een probleem is met
een vliegtuig, hebben ze geen reserve toestel, en als het bij vertraging
dan donker wordt, is er die dag geen vlucht, deze wordt gewoon afgelast,
want de meeste binnenlandse luchthavens hebben geen verlichting en
opstijgen is dan niet meer mogelijk. Miljoenen jaren geleden heeft het
eiland zich losgemaakt van het vaste land. Het eiland is
heel lang onbewoond geweest, rond het begin van onze jaartelling zijn
hier de eerste bewoners aangekomen vanuit Azië en later ook een deel uit
Afrika. Als gevolg van de ligging, heeft de
natuur zich grotendeels onafhankelijk van het vasteland ontwikkeld en
hierdoor komen een groot deel van de planten en de dieren enkel op dit
eiland en nergens anders ter wereld voor. De fauna en flora op dit eiland zullen samen met Madagassiër, de belangrijkste elementen zijn die het reisverloop bepalen. Het is een eiland met de grootste biodiversiteit op aarde, zowat driekwart van de planten en dieren komen nergens anders ter wereld voor. Enkele grote steden zijn er ook wel, waar toch wat cultuur en historische elementen te zien zijn. Plaatsen waar ik dan wat langer kan verblijven om één en ander te bezoeken, maar ook wel om er eens te relaxen, want ik fiets niet graag meer dan 5 volle dagen na mekaar.
REISSCHEMA
HET
REISVERSLAG Eigenaardig ... want als ik de naam
van mijn reisbestemming uitspreek … "Madagaskar" … wordt bijna iedereen jaloers
... men
begint onmiddellijk te dromen van een soort paradijs waar veel speciale
dieren en unieke planten voorkomen. Teveel naar de
filmpjes gekeken denk ik dan, want als je erdoor fietst zie je het wel
anders, deze paradijselijke voorstelling is slechts gedeeltelijk waar,
want er is reeds zoveel van de natuur ontgonnen en bomen weggekapt
waardoor veel soorten dieren met uitsterven bedreigd zijn. Gelukkig zijn er de
natuurparken, de meeste beschermd als Parque National (zoals Parc de
l’Isalo), maar ook wel enkele privé opgebouwd door een stad (zoals Anja
Reserve), door een organisatie (zoals Croc Farm) of door enkele privé
personen (zoals Lemurs’ Park). En wat daar dan allemaal te zien
is, dat lijkt inderdaad op een soort paradijs. Daardoor wordt
reizen in Madagaskar vooral het ontdekken van veel planten en dieren die
nergens anders ter wereld voorkomen. En ik heb inderdaad veel
fauna en flora gezien die ik in geen ander land zag. Onder de dieren zijn het vooral de
lemuren die opvallen, ik heb er 8 verschillende soorten gezien, van de
107 die men tot nu toe kent, maar men ontdekt er af en toe nog
een nieuwe soort (het grootst in aantal zijn wel nachtlemuren, en
die zie je overdag niet).
Tijdens het droog seizoen is het daar
dan ook winter, en van zodra ik boven de 1.200 meter kom, wordt het
inderdaad al frisser, met ongeveer 14°C op 1.500 meter als ik ’s morgens
om 7 uur begin te fietsen. En dat blijkt daar toch
wel erg koud te zijn voor de lokale bevolking, want ik zag ze met een
muts en dikke jas en sommige zelfs met handschoenen rondlopen.
Rijst, rijstvelden en rijstterrassen
zie je daar dan werkelijk overal. In het westen zijn
het meestal kleine vochtige percelen in een dal tussen de droge heuvels,
in het oosten is het veel vochtiger en zijn het dikwijls grote vlakten
en terrassen afgeboord met smalle wandelpaden. Vlees bij de maaltijd is hier
hoofdzakelijk kip en zebu. Kippen kweekt zowat
iedereen, ze lopen vrij rond hun woningen en in de straat, terwijl in
het zuiden de grote veeboeren hun kuddes zebu laten grazen op de
uitgestrekte onvruchtbare vlakten. De grote wekelijkse
zebumarkten tellen al vlug een paar duizend dieren die er verhandeld
worden. In de kuststreek wordt ook veel vis en
zeevruchten gevangen, maar zelfs in het binnenland zit nog overal vis in
de rivieren, rivierkreeftjes is er ook een specialiteit.
De basis van bijna elke maaltijd is
hun rijst, ’s morgens begint men er met een rijstsoep (dat is gewoon het
kookvocht van de rijst), ’s middags en ’s avonds komt dan een grote
hoeveelheid rijst op hun bord met daarbij meestal een saus op basis van
groenten (dikwijls hun typische bladgroenten “bréde”) en een kleine
portie vlees of vis erin verwerkt. Als toerist heb je
dan wel meer keuze, waarbij vooral hun “sauce au poivre vert” en “sauce
vanille” regelmatig terugkomt, zowel bij een steak zebu, bij eendenborst
als bij riviervis, hun kip wordt meestal gefrituurd maar soms ook wel
met een “sauce coco” opgediend. Voor de lokale
bevolking is dit zelden weggelegd, want men moet er gemiddeld meer dan
een dag voor werken om het te kunnen betalen. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds
als het donker wordt, kan je in de straat of op de marktjes ook wel iets
gaan eten, en daar wordt gretig gebruik van gemaakt, want het is
helemaal niet duur. Van een stokbrood met boter en
koffie, tot gegrilde brochettes van zebu of gefrituurde kip.
Maar nog veel meer gebakken en gefrituurde snacks, zoals
verschillende
soorten rijstkoekjes, bananenbeignets en het nationale tussendoortje koba
(een koek van pindanoten en banaan met rijstbloem en suiker). Bier van goede kwaliteit, één van hun
lokale merken Three Horses Beer, Queens, Libertalia, Castel of nog
andere in flessen van 50cl of 65cl, vind je overal en is meestal zelfs
gekoeld. Van Antsirabe tot Ambalavao is er ook
nog een groot wijngebied, waar zowel witte, rosé als rode wijnen gemaakt
worden, en ook een vin gris. Nu moet ik hier
eerlijkheidshalve toegeven dat hun bieren beter smaken dan hun wijnen.
Enkel een witte wijn en een vin gris heb ik kunnen waarderen, de
meeste rode wijnen smaken veel te zuur, ze hebben ook zoete wijnen, maar
deze heb ik niet durven proeven. Een andere specialiteit die je op
veel plaatsen in grote bokalen of flessen op een rij naast mekaar ziet
staan, is hun huisgemaakte “rhum arrangé” met uiteenlopende smaken
van lychee, vanille, zwarte peper, kaneel, ..., de keuze is groot en
overal anders. Ik heb er ondertussen thuis ook al een
paar “gearrangeerd” met smaken zoals in Madagaskar, maar ik heb ook een
eigen versie met lavendel gemaakt, geproefd en goedgekeurd. Dit is dan zo’n typisch land waar je
een reisplanning nodig hebt, maar vooraf al weet dat er regelmatig
aanpassingen zullen komen. Je moet starten met een
goed schema en een haalbaar programma, maar vooral veel ruimte laten
voor wijzigingen, vertragingen en onvoorziene omstandigheden.
Ik heb er de meeste plaatsen die op mijn lijstje stonden ook wel
gezien, maar ben bijvoorbeeld naar Fianarantsoa niet via de geplande weg er
naartoe gefietst. In andere plaatsen zoals Manakara
en de oostkust ben ik niet geweest, maar hier is dan Toliara en de
westkust in de plaats gekomen. Mijn totale fietsroute
is daardoor met 1.371 kilometer ook korter uitgevallen dan verwacht,
maar ik heb er meer kilometers met de taxi-brousse opzitten, wat ook een
hele ervaring is. Als “vazaha” hun roepnaam voor een
witte man, wordt je dan wel eens raar bekeken, kindjes zijn soms bang
van een blanke, maar het is ideaal om dicht bij het dagelijks reilen en
zeilen te komen. Gezien ik tijdens mijn voorbereiding
heel wat uiteenlopende verhalen gelezen heb over Air Madagascar, had ik
mijn binnenlandse verplaatsing van Antananarivo naar Morondava reeds
vooraf geboekt en uit veiligheid een dag later gepland dan mijn aankomst
met Turkish Airlines in Ivato. Ik was ook
geïnformeerd dat deze vlucht met een ATR72 uitgevoerd wordt, een toestel
waar mijn fiets zonder problemen mee kan. Voor mijn
eerste overnachting had ik gedacht om mij te laten afhalen door een
hoteleigenaar in de buurt van de luchthaven, zodat ik mijn fiets niet
moest uitpakken en monteren om hem dan ’s anderendaags weer te
demonteren en inpakken. Ondanks het feit dat ik bij mijn
voorbereiding van de reis rekening gehouden had met verschillende
scenario’s, heeft deze binnenlandse vlucht al een eerste keer mijn
vooropgestelde planning door mekaar gehaald, mijn vliegschema, tussen
het bestellen van mijn vliegticket en de vlucht zelf, is tot drie keer
toe gewijzigd. Eerst vervroegd van 8 uur 's morgens naar 6 uur,
dan negen uur verschoven naar 15 uur en tenslotte ben ik een dag later
om 11 uur vertrokken. Op zich is dat geen probleem,
want ik heb geen vaste planning en verder ook niets ter plaatse geboekt.
Alleen heb ik er hen telkens op gewezen dat ik een fiets mee heb,
want bij sommige toestellen van Air Madagascar (voorbeeld hun Twin
Otter) kan de fiets er gewoon niet in. Bij aankomst
in de luchthaven Ivato heb ik mijn fiets dan wel uitgepakt en
gemonteerd, ben naar een klein lokaal hotelletje op slechts 5 km van de
luchthaven gefietst en er twee overnachtingen geboekt om dan een dagje
de streek te verkennen. Dit was een perfect scenario
om te acclimatiseren, om even te wennen aan de staat van hun onverharde
wegen en voor het eerste contact met de lokale bevolking. En daar heb ik toch al enkele
ongewone dingen gezien, zoals vissen in de rijstvelden, waar men dit op
een heel speciale manier doet: men laat het water weglopen uit de
percelen en gaat dan gewoon met de hand de vissen uit de modder halen,
zoiets had ik nog nooit gezien. Als avondmaal
heb ik in het binnenland ook verse vis gegeten, onder ander een
stoofpotje van varkensvlees met paling, waarschijnlijk op die manier
gevangen.
Madagaskar, een mooi land, met een
unieke natuur, zoveel speciale planten en dieren heb ik in een ander
land nog nooit gezien. Het mooiste van deze reis,
zijn wel de mensen zelf met hun dagelijkse tafereeltjes.
Ik ben heel tevreden dat ik dit land aan mijn lijstje mag
toevoegen, maar verder dan dit hoeft voor mij toch niet meer.
Het is wel mooi om dit alles te zien en mee te maken, maar het
blijft voor mij wel reizen, en dat houdt in dat ik er ook nog elke dag
plezier aan beleef. Het leven is daar wel hard, maar
als toerist ben je hier dan een beetje koning, met lekker eten, een
biertje, lokale wijnen, terwijl het grootste deel van de Malagassiërs
dit niet kent. Een portie gekookte rijst daarentegen
kost er bijna niets, daar eten ze dan kilo’s van. Eén woord dat ik toch wel zal blijven
onthouden is “mora” en dat heeft niets te maken met de producten die we
hier bij ons vinden in een frituur. Mora-mora is daar
hun dagelijkse leuze, wat betekend langzaam aan, geen haast, nergens
jaagt men zich op. Inderdaad, men heeft er alle tijd,
niemand wordt zenuwachtig als het traag vooruit gaat, als het even
stilstaat of als het helemaal niet opdaagt. Het valt duidelijk op dat de lokale
bevolking een mix is van Afrikanen en Aziaten, ik noem het “negers met
spleetogen”. Maar toch is er binnen het land ook nog
een groot verschil merkbaar, met meer Aziatische trekjes in het oosten
en meer Afrikaanse trekjes in het westen, waarbij ook de huidskleur mee
evolueert van licht bruin tot bijna zwart. Een
constante is wel hun hulpvaardigheid en vriendelijke contacten met een
toerist, soms ook dat ze van zodra ze een blanke zien proberen om er
iets aan te verdienen, maar hier zelden met oneerlijke praktijken zoals
je in andere arme landen met meer toeristen wel eens tegenkomt. Een maand fietsen door één van de
armste landen in de wereld, dat doet wat met een mens.
Je ziet het leven van alledag toch wel heel anders, fysiek een
stuk lastiger, maar mentaal eigenlijk veel eenvoudiger dan wat wij er
van gemaakt hebben. Iedereen zou dit eigenlijk eens
moeten meemaken om met beide voetjes terug op de grond te staan.
Alhoewel ik hier nu ook niet zou willen blijven wonen, want luxe
is er nergens en armoede des te meer, maar mensen die honger hebben zijn
er weinig. De gulden middenweg is moeilijk te vinden,
maar zoals men het hier bij ons doet, daar kan ik ook niet altijd mee
overweg, men heeft er bijna geen andere keuze meer dan meegaan met wat
ons voorgeschoteld en soms opgedrongen wordt, want anders ben je al vlug
een zonderling. Het lijkt me alsof welvaart in
onze “ontwikkelde” landen gelijkstaat aan niets meer zelf doen (met
hoogmoed aan de basis), dat het
als luxe beschouwd wordt als men alles kant en klaar kan aanschaffen
(want te lui geworden) of
door een ander laten uitvoeren (zelf niet bekwaam genoeg). En waar blijft dan de
creativiteit en hoe ver weg het genoegen als je iets op je eigen manier
gemaakt hebt, of als je iets zelf opknapte en hierdoor fysiek wel moe
bent, maar er mentaal toch zoveel sterker uitkomt.
Hoe kan iemand met een eigen persoonlijkheid nog opgebeurd raken
van al die voorgekauwde eenheidsworst, want achter veel uitwendige
stoerheid schuilt dikwijls een mentale sukkelaar. Met geld kan je niet
alles compenseren, zaken zoals tevredenheid en gelukkig zijn kan je
nergens kopen, ze zijn onbetaalbaar. Het zijn belangrijke
elementen die velen niet meer vinden in hun dagelijks leven, en ze staan
helemaal niet in relatie met rijkdom, dat heb ik tijdens deze reis nog
eens duidelijk gezien. Madagaskar is wel degelijk een arm
land, want ze hebben geen grondstoffen, maar echte armoede in de zin van
geen water of niets te eten hebben, heb ik er niet gezien, ik noem het
eerder een gebrek aan rijkdom waardoor er ook geen luxe bestaat.
Daardoor is het gewoon als fietsen in een andere wereld, hier
komt tevreden zijn en lachen op de eerste plaats, hoeveel stappen zijn
wij achteruitgegaan met onze vooruitgang. Wat zijn
wij “beschaafde” mensen ondertussen ook voor een deel sukkelaars
geworden en zo afhankelijk van materiële dingen zonder het zelf te
beseffen. Het contact met de natuur en wat we er
kunnen uit leren, dat zijn we al helemaal verloren, en ondertussen zijn
we ook allergisch geworden voor alles wat net even naast onze
hygiënische lijntjes valt, maar wat in oorsprong bij ons, en hier in
Madagaskar nu nog overal gewoon dagdagelijks gemeengoed is. In zo’n land besef je nog veel meer
dat de kans op simpelweg gelukkig zijn hier toch groter is dan in onze
overdreven gecommercialiseerde landen. Het lijkt
alsof iemand vanaf het moment dat men veel heeft, gewoon nooit
genoeg heeft, meer nog, zelfs denkt dat men geluk kan kopen.
Men werkt zich bijna ziek voor zaken die men uiteindelijk niet
echt nodig heeft, maar die hoofdzakelijk als pure luxe dienen, die nog
zelden voor een eigen meerwaarde zorgen en dikwijls voor het zicht van de
andere. Je moet er wel voldoende jaren voor
gestudeerd hebben, heb ik ondertussen begrepen, want in de “hogeschool”
slaagt men erin om het logisch denken te vervangen door “money talk”.
Wat dan op termijn uitmondt in extra voer voor psychiaters en
psychologen, beroepen van de toekomst naar mijn gevoel, voor het
verwerken van een burn-out omdat men te hoog gegrepen heeft of te ver
gegaan is en simpelweg vergeten te leven, oplossingen zoeken voor het
herstel van de team-spirit omdat men de voldoening in het dagelijks werk
van tafel geveegd heeft om de winstmarge nog iets te verhogen, en nog
veel andere kwalen van onze “hoogontwikkelde” maatschappij die men
hoofdzakelijk zelf creëert. Daar zou ik, na de vele ervaringen
tijdens mijn fietsreizen en vooral dan ook door deze fietsreis, een boek
kunnen over schrijven, maar ik reis liever, het is minder deprimerend.
Het einde van deze evolutie kennen we nog niet, want als het
kapitalisme nog zo verder doorgaat en zegeviert op de eerlijke logica, dan zijn de
gevolgen helemaal niet meer te overzien. Nogmaals, ik zou niet graag hier in
Madagaskar geboren zijn, de perspectieven voor deze mensen zijn veel te
beperkt, maar zij weten van niet beter, dus daar zijn ze wel tevreden
mee. Dit was ook mijn meest verregaande reis wat
betreft de basiselementen om te leven. Ik kon er nog
net aan sommige kraampjes in de straat of op de markt met de bevolking
mee-eten zonder kwalijke gevolgen voor mijn darmstelsel.
Alles is zeer goed meegevallen, maar een land met een nog lagere
levensstandaard hoeft niet voor mij, dit was het minimum om er nog
plezier en voldoening aan te hebben. Zoals ik India niet aanraadt aan de
gemiddelde toerist, zal ik dat ook niet doen met dit land.
Je kan er wel luxueus georganiseerd doortrekken, maar dat zou wel
eens kunnen tegenvallen, en zoiets wil ik niet, want je ziet het land
niet in zijn werkelijke gedaante. Reizen in Madagaskar, dat is op de
eerste plaats een reis van taferelen in de straat, en vooral voor ons
Westerlingen heel ongewone taferelen. Hier leer je
hoe men een levend varken verpakt om per fiets te vervoeren, of hoe men
6 levende geiten boven op het dak van een minibusje legt, terwijl alle
passagiers hier toch een half uurtje voor moeten wachten.
Je ziet hoe de kinderen zich amuseren met een autootje gemaakt
van een sardieneblikje met vier schroefdoppen als wieltjes, of een
vrachtwagen gemaakt van een oliefles met grotere schroefdoppen. Weinig gaat hier verloren, het is
geen wegwerpmaatschappij zoals onze industrie met hun verdomde reclame ons
tot vervelens toe voorschrijft, overal wordt hier alles en nog wat hersteld of van twee
versleten toestellen opnieuw één bruikbaar toestel gemaakt.
Van een afgedankte auto wordt het stuur gebruikt om hun
handkarren te besturen, de voorruit wordt gerecupereerd om te gebruiken
als vitrine voor hun gebakjes. Ik heb er een grote afstand gefietst
op hun nationale wegen, zoals de N7, de hoofdweg die door bijna het
volledige land loopt. Trouwens ook één van de weinige
verharde wegen. Toch zijn er stroken die je per fiets
vlugger doorkomt dan per wagen. Ik had voldoende aan
30 cm berijdbare weg en kon zo vooruit met een paar keer slalom van
links naar rechts en terug. Per auto of minibus was
dit telkens een heel karwei om die hindernis te nemen.
De toestand van de wegen is trouwens ook telkens de reden dat ik
mijn geplande route grondig gewijzigd heb. Vanuit Maliambandy wou ik via de
binnenwegen naar Fianarantsoa fietsen, maar door met de lokale bevolking
te spreken wist ik dat dit niet de beste keuze was.
Het is wel mogelijk om er te geraken, maar door de vroege droogte is een
groot deel een zandweg geworden, je zal er zeker de helft van de weg te
voet moeten gaan en de fiets door het zand duwen. “Pousser
le vélo” zindert nog na op de manier waarop men het mij uitlegde.
Na overleg met nog een paar anderen heb ik dan de verharde weg
over Miandrivazo gekozen. Een tweede keer dat ik een grote
koerswijziging doorgevoerd heb was toen ik een week later mijn plan
voorlegde om via Manakara naar Farafangana te fietsen.
Daar was een koppel toeristen die een terreinwagen met chauffeur
inhuurden en ook deze route gereden hadden. Althans,
deze route proberen te rijden, want zowat halverwege hebben ze de strijd
gestaakt, rechtsomkeer gemaakt en de weg teruggereden.
Deze keer was zand niet de oorzaak, maar modder was hier de
spelbreker, ik heb dan de logica doorgetrokken en dacht dat dit per
fiets niet veel beter zou gaan. Dat het langs deze
kant van het eiland zelfs in het droge seizoen regent, daar was ik op
voorbereid, maar er was blijkbaar toch net iets te veel regen gevallen.
De andere richting zal het wel veel droger zijn, maar de afstand
naar Toliara is dan zo groot en per fiets niet meer haalbaar binnen mijn
reisperiode. Mijn fiets en de helft van mijn bagage
heb ik dan achtergelaten in het hotelletje in Ambalavao om een weekje
met de taxi-brousse verder te trekken. Achteraf
gezien een goede keuze, want hierdoor heb ik zowel het Parc National de
l’Isalo als de kustlijn bij Toliara gezien. Maar
daardoor ook op een andere manier met de lokale bevolking meegeleefd,
soms wel op een echt primitieve manier. Toch zag ik er ook nog wat cultuur en
zijn er een paar historische plaatsen en monumenten.
In Antsirabe heb je een mooie kathedraal, trouwens aan kerken is er
nergens gebrek en in de grote steden vindt je telkens wel één of meer
moskeeën. Ambalavao is dan de stad die gekend
is door de kunstenaars en hun kunst. Het mooiste vond
ik hun ”Marquetterie”, dat is houtsnijwerk waarmee ze prachtige
tafereeltjes maken, ze gebruiken hiervoor 16 verschillende houtsoorten
telkens met een andere kleur. Uitzonderlijke werkjes
worden er ook gemaakt met hun handgevormde papier “Antaimoro”.
Ze vertrekken van de schors van een struik die gekookt wordt en
verder bewerkt tot ze uiteindelijk een papje bekomen die ze met de hand
dun kunnen open wrijven. Hier leggen ze dan
figuurtjes in met verse bloemblaadjes en laten alles drogen.
Met het resultaat maken ze onder andere postkaartjes, menukaarten
en wandversieringen. Verder zag ik daar ook producten
gemaakt van wilde zijde, heel anders, veel grovere structuur, dan van de
gekweekte zijderups. De mooiste historische plek is
ongetwijfeld de “Haute Ville” van Fianarantsoa dat door de Unesco
beschermd is. Een heuvel vol koloniale gebouwen, met
de wagen geraak je er zelfs niet in, maar te voet kan je er wel een paar
uren in rondwandelen. Deze fietsreis door Madagaskar was voor mij een fantastische ervaring, maar toch is het niet de toeristische bestemming voor de gemiddelde reiziger, je moet iets meer avontuurlijk aangelegd zijn. Als men zich niet kan inleven in hun manier van doen en laten, en zelfs voor een deel dezelfde standaard aannemen, dan kom je er beter niet en kies je voor een ander, meer ontwikkeld land. Mijn grondige voorbereiding en jarenlange reiservaring zijn hier opnieuw een grote leidraad geweest, en hierdoor weet ik ook dat het zo belangrijk is om te spreken met de lokale bevolking, mijn planning voor te leggen en ze durven in vraag te stellen. Hierdoor heb ik het land wel kunnen zien en meemaken tot en met het eenvoudige dagelijks leven, ik heb hier net zoals hen ook leren tevreden zijn met het weinige dat er is.
AAN TAFEL SAMEN MET "LE GRAND CHEF"
de meest complete manier van reizen Beste reisperiode per land ... het weer en klimaat HET
WEER EN KLIMAAT PER LAND Home Page << www.guidodevliegher.be >> Startpagina |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||