HONGARIJE ...
avondmaal in een staatsrestaurant
Het was een
zonnige dag in het weekend, de tarwe was overal oogstrijp, maar op de
communistische boerderijen werd niet gewerkt op zondag.
Maandag zou men dan wel oogsten, ondanks de aanhoudende regen,
alle graan waardeloos, maar volgens het systeem wordt er niet naar het
weer gekeken om te oogsten.
Ik had een beetje lang gefietst die dag, 138 km met af en toe iets te
bezoeken onderweg, en daardoor nogal laat aangekomen in Szeged, maar
toch nog alles gevonden wat ik nodig had: een hotel met restaurant.
Geen gewoon restaurant voor ons Westerlingen, maar een
“Staatsrestaurant”.
Toch eerst
even wennen aan de afmetingen van alles, want een gewone gang naar de
kamers is er wel 3 meter breed en ik schat toch wel 4 meter hoog.
De kamers zijn er dan even hoog natuurlijk, en groot, het was
even rondwandelen langs het salon en rond de tafel om te zien waar mijn
bed stond. Alles is er
buiten proportie, in de badkamer kan je bijna verloren lopen.
Nog een
korte wandeling in de stad en ik kreeg al vlug honger, de rest van de
stad zal ik morgen wel verder bezoeken.
Er waren nog wel restaurantjes, maar ik wou ook wel eens in zo’n
mastodont van een staatsrestaurant gaan eten.
Volgens het
bordje aan de ingang was het restaurant dagelijks open tot 22 uur, dus
ik had alle tijd om rustig te genieten van een avondmaal.
Een vrij
tafeltje vinden was geen probleem, 4 rijen tafels van 12 meter lang, en
ik zag niet meer dan 2 koppeltjes in de zaak.
Er waren meer kelners dan klanten.
Ik kreeg
onmiddellijk een Duitstalige menukaart, en kon aan de slag gaan om mijn
avondmaal te kiezen. Hongarije,
bekend voor zijn ganzenlever, dus mijn voorgerecht was al vlug gekozen,
voor hoofdgerecht koos ik met een gevuld varkenshaasje ook wel voor een
lokaal gerecht. Bijhorende
wijntjes waren ook vlug beslist: een “Tokaji” bij mijn voorgerecht en
“Stierenbloed” bij mijn hoofdgerecht, meer streekgebonden kon het niet.
De kelner
kwam mijn bestelling al heel snel opnemen, men had er blijkbaar geen
tijd te verliezen. De
ganzenlever als voorgerecht … “met frietjes” vroeg hij … “neen, als
voorgerecht doe maar zonder” zei ik.
Dan het varkenshaasje als hoofdgerecht … “met frietjes” vroeg hij
… ‘ja, als hoofdgerecht doe maar” zei ik.
Alles gaat
vlug, en toen ik het bord met mijn voorgerecht zag begreep ik het al
veel beter. Ganzenlever is
daar gewoon geen voorgerecht, maar een groot stuk vers gebakken
ganzenlever, overgoten met een saus van paprika en tomaten en wordt er
gewoon als hoofdgerecht gegeten.
Gelukkig waren daar dus geen frietjes bij, zo kon ik mijn
hoofdgerecht ook nog aan.
Maar dat was nog rijkelijker dan mijn vorige, een flink stuk
varkensvlees gevuld met een dikke snede ham en veel kaas, en frietjes
natuurlijk.
Helemaal
niet de fijnste keuken, maar allemaal heel lekker, de wijntjes waren
hier dan ook de perfecte begeleider.
Zo zal ik
morgen toch weer een flinke fietsetappe aankunnen.
Ik heb er langer over gedaan dan alle andere gasten, en was
uiteindelijk nog alleen in de zaal, naast de 8 kelners natuurlijk, tot
er rond 21 uur nog een koppel binnenkomt om te eten.
Al vlug zie ik een paar kelners naar hen toegaan, en met een paar
gebaren worden ze terug weggestuurd.
Ja, open tot 22 uur is communistisch gezien niet zoals bij ons,
want als men om 21 uur nog moet bestellen zal dit langer uitlopen, dus
liever geen risico nemen.
De
Vliegher Guido
Een
verrassende ervaring ... een blijvende herinnering.
Eten in een
staatsrestaurant ...
...
niet te laat komen.