_____________________________________________________________________________________________________________________________________ Reisverslag Fietsreis China (Zuiden) 2013
HET LAND China heeft een oppervlakte van 9.596.960 km². Er zijn ongeveer 1,35 miljard inwoners (2012) bevolkingsdichtheid 140 inw./km².
DE
VOORBEREIDING Bij mijn vorige reis door China in 2006 heb ik de
keuze gemaakt om vanuit Beijing de provincies Hebei, Henan, Shaanxi,
Shanxi te verkennen. Nu is de tijd aangebroken om een ander deel
van China te ontdekken, met beginpunt de stad Chengdu en eindpunt Guilin
wil ik de provincies Sichuan, Hubei, Hunan, en de autonome regio Guangxi
van dichterbij zien.
Dit deel van China is helemaal niet te vergelijken
met mijn vorige China-reis. In 2006 lag de nadruk vooral op de
vele monumenten in Beijing, in Luoyang, in Xi’an, in Datong en de
Chinese Muur. Nu wordt vooral de natuur een belangrijk deel van de
reis, maar ook het onderscheid in cultuur en levensstijl bij de
verschillende bevolkingsgroepen onderweg.
REISSCHEMA
HET
REISVERSLAG Deze reis start in Chengdu, de
hoofdstad van de provincie Sichuan. Fietsen vanaf de
luchthaven naar de rand van de stad gaat vlug, brede wegen met aparte
stroken voor de fietsers. Maar vanaf hier tot het
centrum, waar ik een hotelletje ga zoeken om te overnachten,
is het toch nog meer dan 15 km fietsen. Ergens wel logisch als je
weet dat Chengdu bij de grotere steden van China hoort en meer dan 14
miljoen inwoners telt. Fietsen in een
Chinese stad is toch eerst even wennen door de grote drukte alom, je
bent er niet alleen. Maar het is vooral opletten voor de Chinese
“manoeuvres” zoals: midden in de weg stoppen zonder reden, links afslaan
zonder omkijken. Indien er al regels zouden bestaan, worden ze in
ieder geval overal aan hun laarzen gelapt, ze rijden in tegengestelde
richting, voorbijsteken doen ze zowel links als rechts, op de
stoep fietsen of het rode licht negeren is daar ook geen uitzondering.
Maar je leert het vlug en de tweede dag fiets ik ook al op zijn
Chinees, deze keer heb ik niemand aangereden in tegenstelling tot mijn
vorige China-reis. Sichuan, het is de provincie waar
theetuinen overal in het straatbeeld terugkomen. Je
besteld een thee, men brengt je een glas met de
theeblaadjes en een thermoskan met heet water, het theeglas wordt hier
tot 6-maal toe bijgevuld. In de grotere “Teagarden”
is er veel keuze aan soorten thee, maar in de kleinere is het gewoon hun
groene thee, de prijzen zijn ook evenredig, in een deftige theetuin in
de stad kost de betere thee al vlug 20 Yuan, in een dorpje is een
theehuis enkel een tafel met een serie kleine stoeltjes er rond en
betaal je de belachelijke prijs van 2 Yuan voor hun groene thee. In sommige theetuinen kan je ook veel
meer doen dan thee drinken alleen. Ik zag een
man rondgaan met een belletje en metalen staafjes, het blijkt een
“professionele oorkuiser” te zijn. Met watjes rond de
metalen staafjes, nog enkele andere attributen en een lichtje op zijn
voorhoofd, doet hij er wel een kwartier over om iemand zijn oren proper
te maken. Op andere plaatsen kan je tijdens het
theedrinken je schoenen laten poetsen, de fiets laten herstellen of je
haar laten knippen. Maar er is meer dan thee alleen, het
is ook de provincie met de pikantste keuken van China.
En ik kan je verzekeren dat alles echt wel ‘hot’ is, want wat de
lokale bevolking zacht noemt, was voor mij wel eetbaar, maar nog meer
dan pikant genoeg. Hun pikantste gerechten zijn voor
ons westerlingen niet te eten, ik mocht af en toe met de lokale
bevolking mee eten, maar na een paar hapjes hield ik het voor bekeken,
en vroeg om het voor mij iets minder pikant klaar te maken. Panda’s zien is een must als je in
deze streek bent. Maar om ze nog in het wild te zien
moet je veel geluk hebben. Er leven naar schatting
nog slechts een paar duizend reuzenpanda’s op aarde, allemaal in
West-China, in het gebied met bamboebossen hier hoger in het gebergte. De rode panda is er nog zeldzamer,
zelfs bijna uitgestorven in het wild. Daarom heb ik
gekozen om het “Panda Breeding Centre” te bezoeken, enkele kilometers
buiten de stad Chengdu.
Tijdens mijn eerste fietsweek, bezoek
ik onder andere de Leshan Boeddha, in de rots uit één stuk uitgehouwen
tijdens de 8e eeuw, dus meer dan 1200 jaar oud. Met
een totale hoogte van 71 meter is dit de grootse zittende Boeddha ter
wereld, enkele details om een idee te vormen: de oren hebben een lengte
van 6,2 meter en de ogen zijn 3,3 meter breed. Aan de rand van de stad Zigong is er
het dinosaurusmuseum, met buiten in het park enkele nagebouwde modellen,
binnen is er een grote overdekte vindplaats van de skeletten en ook heel
wat samengestelde geraamten met de originele beenderen.
Het museum geeft een prachtig beeld van deze soms akelig grote
voorhistorische dieren. Het tijdperk van de dinosaurussen is
al lang voorbij, ze leefden zowat overal ter wereld, maar in en rond
Zigong zijn het meeste aantal overblijfselen van dinosaurussen gevonden
(een paar honderd, van heel wat verschillende soorten).
Zowel kleine dieren van ongeveer 70 centimeter hoog, tot de
grootste dinosaurus die tot nu toe ontdekt is met een totale hoogte van
35 meter. De laatste fietsdag van mijn eerste deel was ook de langste van deze reis. Ik fietste 180 km van Longshui naar Chongqing, met op het einde nog een mooie col met een paar S-bochten om tenslotte af te dalen naar de stad aan de Yangtze rivier. Het ligt niet in mijn aard van
reizen, maar ik heb het als tussendoortje en om een grote afstand te
overbruggen toch gedaan: een 4-daagse cruise op de Yangtze rivier.
Het liefst zou ik met de Chinese boot meevaren, maar gezien ik er
dan niets van begrijp heb ik toch voor een internationaal schip de “Sunshine
China” gekozen. Achteraf gezien toch wel een
positieve ervaring, met een all-in formule en een luxueuze cabine en
perfecte service. Er zijn enkele tussenstops voorzien
waar met een Engelstalige gids één en ander bezocht wordt. Varen op de Yangtze, dat is
afwisselend op een enorm brede rivier, door smalle stukken tussen hoge
rotswanden en overal onder spectaculaire bruggen door.
Mooi om te zien, prachtige natuur, lekker eten en bovendien toch
ook gezellig om na 879 km fietsen eens een paar dagen te relaxen.
Met een fiets op het schip, daar had men nog geen ervaring mee,
een plaatsje om de fiets te stallen was er niet voorzien.
Gewoon in de receptie achterlaten was de enige mogelijkheid, dat
had iemand reeds voor mijn vertrek in Chongqing geregeld. Op het einde van de cruise komt dan
nog de 3-klovendam en het sluizencomplex, een onderdeel van het grootste
waterproject ter wereld. Nu zijn er al 36
waterkrachtturbines, een sluis stroomafwaarts en een sluis
stroomopwaarts, waar telkens tot 5 grote schepen ingaan en hiermee
100 meter hoogteverschil overbruggen in 5 stappen.
Men bouwt nu nog een scheepslift die de 100 meter in 1 stap maakt, niet
geschikt voor de grootste schepen, maar voor de kleinere daalt de tijd
voor het versluizen hier van drie uur naar een half uur . Mijn tweede fietstraject volgt eerst
een stuk de Gele Rivier, om deze dan in de stad Jingzhou over te steken richting
“gebergte”. De Yangtze oversteken per fiets staat
blijkbaar niet in het “Rode boekje”, er is wel een brug die hier meer
dan 2 km lang is, maar dit is de autostrade en dus verboden voor
fietsers. Een kleine vrachtwagen heeft me dan
meegenomen en mijn probleem was hiermee van de baan, tot grote verbazing
van de verkeerspolitie, die nog steeds een oplossing aan het zoeken was. Net zoals in de vorige steden, komen
Engelse woorden ook hier meer en meer in het straatbeeld voor (reclame,
benaming van straten en steden, …). Bijna alle steden
zijn gemoderniseerd, de sloppenwijken rond en in de stad zijn overal
vervangen door moderne flatgebouwen, dikwijls met een zeer mooie
architectuur. Toch zijn hier en daar ook nog enkele
oude wijken behouden, gerestaureerd en beschermd. In sommige dorpen is er nog niet veel
veranderd, maar het valt me op dat alle nieuwe huizen die gebouwd worden
voorzien zijn van zonnecellen, zonneboilers, en andere moderne
infrastructuur. Hier fiets ik een paar dagen door een
minder toeristisch gebied, je merkt het in de straat, alles is nog
origineel Chinees, je merkt het ook aan de prijzen, hier betaal ik
minder dan de helft voor de meeste dingen die ik nodig heb. Als je overnacht in een stadje waar
weinig of geen toeristen komen, en je probeert (ik bedoel, je durft!)
met de Chinezen iets samen te doen, dan kom je dicht bij hun originele
ouderwetse levensstijl, het zijn unieke ervaringen die weinig toeristen
meemaken (ik bedoel, durven!). Het is nu wel best dat ik geen
Chinees spreek, want anders zou ik hier misschien wel willen blijven.
Wat amuseer ik me hier met de lokale bevolking ! Een stukje gegrild vlees had ik hier
tijdens deze reis nog niet gezien. Maar toen ik langs
een kraampje wandelde waar het zo lekker rook, wist ik meteen waar ik
mijn avondmaal zou eten. Ze hadden slechts één soort
vlees, eerst dacht ik dat het karkassen van eend waren, maar neen, het
waren allemaal kleine konijntjes. Ik heb er me eentje
besteld en voor de prijs van 40 Yuan had ik een super lekkere maaltijd:
een konijntje met de hand in kleine stukjes verdeeld om met stokjes te
kunnen eten, dat is een bord vol mals vlees, licht pikant en krokant
gebakken. De reden waarom ik ook deze streek wil bezoeken is het gebergte, met een tweetal uitschieters die ik zeker wil zien. Eerst kom ik in het "Wullingyuan National Parc", hier maak ik een trektocht, want dit kan je alleen te voet doen. Overal zie je rotspieken, groot en klein, stomp of scherp. Meestal zitten de toppen in de wolken, maar ik had hier prachtig weer met een blauwe lucht zonder wolken. Het is een uniek landschap, dat door de Unesco geklasseerd en beschermd is. Dan wil ik ook nog naar de “Hemelse
Poort” in de Tianmen Shan. Het is een gat in de berg,
maar eerst is er de weg met 99 S-bochten en tenslotte nog 999 treden om
er te geraken. Mijn bedoeling was om er naartoe te
fietsen, maar aan de voet van de berg kwam ik aan een gesloten
toegangspoort. Verboden voor alle verkeer, behalve de
lokale handel en de toeristische bussen. Achteraf
gezien was het maar goed ook, de weg is te gevaarlijk om tussen de
bussen te gaan fietsen. Vanuit het centrum van Zhangjiajie
vertrekt een kabelbaan, trouwens de langste ter wereld, naar het plateau
op de Tianmen Shan. Hoogtevrees mag je hier niet
hebben, want op het hoogste punt zweef je meer dan 1000 meter boven het
dal. Het uitzicht dat je hier hebt is natuurlijk wel
onvergetelijk, met onder andere een mooi zicht op de weg die zich naar
boven kronkelt. Deze weg is ook nog een Chinees
kunstwerkje, waar men 9 jaar aan gewerkt heeft. De 9
is hier een heilig getal, dat had je ondertussen misschien al begrepen.
Het startpunt van mijn laatste fietsroute ligt zowat 500 km ten zuiden van Zhangjiajie. Om dit te overbruggen neem ik de trein naar Yatunbao, een bijna onvindbaar klein dorpje, moest er geen treinstation geweest zijn. Ik stap daar rond middernacht van de trein, goed geholpen door het personeel om mijn fiets en bagage van de trein te halen, want een perron heeft men hier vergeten aanleggen (ik ben trouwens ook de enige passagier die hier afstapt, niemand stapt op de trein). Een hotelletje vinden was helemaal
geen probleem, rechtover het station, uiterlijk een gewoon huis zonder
de minste vermelding, maar de stationschef heeft me tot bij de eigenaar
gebracht. Het was trouwens ook mijn goedkoopste
overnachting in China, alhoewel toch een kamer met WC en douche, echter
geen wifi (een drama voor de jonge Chinese toeristen, voor mij echter geen probleem, want ik vermijd alle contact met de
rest van de wereld tijdens een fietsreis), maar dit had men opgelost
door elke kamer te voorzien van een PC met internetaansluiting. Als ik ’s morgens door het dorpje
fiets, is het al vlug duidelijk, hier ben ik in een totaal andere wereld
terechtgekomen. De wegen zijn onverhard, een auto is
hier een bezienswaardigheid, een Westerse toerist nog meer. Toch is deze fietstocht één van de
mooiste die ik ooit maakte, lastig dat wel, snelheid haal ik helemaal
niet, want na de hevige regenval deze nacht is de weg overal met plassen
bezaaid. In deze streek wonen de Dong, een etnische
bevolkingsgroep met hun eigen levensstijl, de gebouwen zijn nog
hoofdzakelijk in hout opgetrokken en hoogbouw is hier verboden.
Het meest typische zijn hun “Wind en Regen” bruggen, waar men nog
steeds geen metalen nagels of schroeven gebruikt, enkel houten tappen. Zowel hier rond de stad Sanjiang, als
even verder rond de stad Longsheng kom ik in nauw contact met enkele van
de 56 Chinese etnische bevolkingsgroepen, waaronder de
minderheidsgroepen zoals de Dong, de Miao en de Yao.
Hierbij liggen de Chinese normen wel anders dan dat we vermoeden, want
er zijn van deze drie minderheden binnen China toch nog tussen de 2,5 en
3 miljoen inwoners van elke groep. Opvallend is ook
nog hun eigen typische klederdracht, verschillend voor elke
minderheidsgroep, elk hun eigen stijl en kleuren. Voor mij het hoogtepunt van deze reis
is ontegensprekelijk mijn tweedaagse verblijf in Tiantou, een klein
dorpje midden tussen de rijstterrassen. Je moet
telkens wel naar te top wandelen om de schoonheid ervan te zien, maar je
raakt niet uitgekeken. Deze rijstterrassen, de
grootste en mooiste ter wereld, zijn het resultaat van honderd jaren
handenarbeid. Gebouwd tijdens de Ming Dynastie in de
15e en 16e eeuw, ze zijn gelegen op de bergflanken tussen 380 en 880
meter. Het zijn allemaal kunstwerken. Van regen mag je hier niet bang zijn
(logisch ook, want om rijstterrassen te vullen heb je veel water nodig).
Regen is trouwens een terugkerende factor tijdens mijn ganse
reis, bijna dagelijks (met dikwijls flinke buien tijdens de nacht) maar
toch heb ik slechts 1 dag door de regen gefietst (dat was dan ook 36 uren
non-stop regenen) de andere dagen was het slechts motregen waar je niet
nat van wordt bij 30°C of in het andere geval zag ik de bui komen en
lukte het meestal wel om ergens te stoppen om een thee te drinken,
waarna de bui over was. In het volgende gebied kom ik weeral
in een totaal ander soort gebergte: het wereldberoemde karstgebergte,
resultaat van duizenden jaren natuurkrachten. Al
fietsend van Guilin naar Yangshuo zie ik steeds meer van die rotsen uit
de grond rijzen. Met ertussen een vruchtbare streek,
waar veel rijst, groenten en fruit geteeld wordt. De
stad Yangshuo is me te toeristisch, maar de streek er rond is des te
mooier. Het stadje Xing’Ping is al heel wat rustiger,
en van hieruit met een bamboevlot varen op de rivier Li geeft me een
zicht op het mooiste deel van het karstgebergte.
Mijn volgende fietstocht wordt
onverwacht nog de mooiste van allemaal, de lastigste ook, want ik heb er
3 stevige cols te doen op onverharde weg. Eentje
zelfs kilometers lang door de modder proberen alle putten en plassen te
ontwijken. Na de afdaling is het echt wel nodig om
mijn fiets een grondige wasbeurt te geven, alles zat onder de modder tot
aan mijn knieën. Ik mocht een waterslang gebruiken aan een
klein winkeltje, waar ik tevens mijn middagmaal bestelde, een serie
lekkere Chinese gebakjes met veel noten, gedroogd fruit en honing.
De stad Guilin is ook volledig op
toerisme gericht (alhoewel de toeristen in China nog voor meer dan 90%
de Chinezen zelf zijn). Toch is er heel wat te zien,
en het is er ook wel “Chinees gezellig” als ’s avonds alle parken, meren
en bruggen mooi verlicht worden, met heel veel kleur natuurlijk.
Hier en daar is er dan nog een muziekbandje aan het werk, gewoon
rustgevend. Zoals in vele grote Chinese steden zit
hier ook nog een stad onder de grond. Winkelcentra,
speelzalen voor de jeugd, en dikwijls is de afdeling voeding van een
warenhuis ook onder de grond, erboven heb je dan nog 5 verdiepingen met
elk hun eigen producten, zoals dameskleding, herenkleding, schoenen,
huishoudapparaten en elektronische toestellen. In Guilin vindt je dan ook nog eens
een soort thee die nergens anders gekweekt wordt, de Osmanthus tea.
Een thee proeverij is hier wel mooi om mee te maken, het is
een hele ceremonie met een grote waaier aan smaken.
De Chinezen hebben dan voor elk soort thee ook nog een “medische”
toepassing. Trouwens, een apotheek is hier nog
voor driekwart gevuld met kruiden die op voorschrift van de dokter door
de apotheker gemengd worden. China, je houdt ervan of je houdt er
niet van. Ik ben duidelijk bij die eerste, en hoe
langer ik het land ken, hoe beter het wordt. Nu weet
ik het zeker: China is mijn “vakantieland” bij uitstek!
Mijn eerste reis door China was al de mooiste van al mijn reizen,
deze reis door China was totaal anders, maar al even mooi. Deze reis had alles wat ik van een
goede reis verwacht. Een mooie combinatie van natuur,
cultuur en sport, met daar bovenop nog een zeer grote variatie in de
bevolking en hun authentieke levenswijze. Een fietsreis zoals deze, dat is niet
op vakantie gaan, maar echt wel ten volle reizen. Met
’s avonds een gezonde vermoeidheid, een gezonde honger en dorst, en dan
volgt er logischer wijze ook een gezonde nachtrust ... maar
dan ook al voelen kriebelen om morgen de volgende fietsetappe aan te
vangen.
MET DE FIETS OVER DE YANGTZE
IN SICHUAN MET DE KOK MEE ETEN
Een fietsvakantie ... waarom per fiets op reis ?
de meest complete manier van reizen Beste reisperiode per land ... het weer en klimaat HET
WEER EN KLIMAAT PER LAND Home Page << www.guidodevliegher.be >> Startpagina |