De
tuin is niet zomaar een verzameling van planten, maar hij heeft vele functies te
vervullen en kan talloze vormen aannemen, afhankelijk van de beschikbare ruimte,
de structuur van het terrein, de wensen van zijn eigenaar. Mijn tuin is als het ware een uitbreiding van het huis, een aantal
buitenkamers.
Het
terras is in de zomer de meest gebruikte plaats om te wonen, om er te eten, om
vrienden te ontvangen. Zowel vanuit
de keuken als vanuit de woonplaats is een schuifraam dat rechtstreeks toegang
geeft tot het terras. Het vormt op
warme dagen een verlengde van beide plaatsen.
Aan
de overkant is het terras begrensd door een waterpartij, die heel rustgevend en
boeiend is. Ernaast loopt een pad
tussen de lavendel, en kom je onder de schaduw van een paar bomen langs een
barbecue, die op rustige zomerdagen de keuken vervangt. Verder loopt dit pad achter de vijver en eindigt bij een houten terras
met zitbank aan de rand van een moeras. Dit
alles nodigt uit om er een boek te gaan lezen of er eens rustig te genieten van
de tuin en de natuur.
Aan
de andere kant van het wandelpad is een kruidentuin aangelegd: een ruitvormig
park, verdeeld in driehoeken en afgelijnd door buxushaagjes. Dicht bij de keukendeur, heel praktisch en onmisbaar als je graag kookt
en de smaak van verse tuinkruiden
te pakken hebt. Erachter is een
ouderwets moestuintje voorzien. Is
het niet zalig als je er regelmatig een slaatje, radijzen, erwtjes, een wortel,
tomaten, boontjes of spinazie kunt gaan halen, om de rabarberstruik niet te
vergeten.
Een
ander element in de tuin is een plaats voor beweging, meestal is dit een
prachtig gazon. Ikzelf vind het
onderhoud ervan nogal bindend en heb daarom geen grasveld voorzien. Wel is er een gravelplein waar regelmatig badminton, pétanque of
tafeltennis gespeeld worden. Naast
dit pleintje is zowel links als rechts een zithoek, om er als toeschouwer te
genieten of om eens zalig niets te doen. Aan
de ene kant is alles opgebouwd rond bollen en cirkels, door vormsnoei van buxus
en ligustrum, door de gemetste
waterput, het pad rond de buxus en een cirkelvormig pleintje in Vlaamse
kasseien, de zitjes zijn uit arduin en steenblokken gemaakt. De andere kant is aangelegd als een wandelpad door een bosje, met
struiken, enkele lage en verder een paar hoge bomen. Het pad is bedekt met boomschors om onkruid minder kans te geven.
Het slingert zich tussen de bodembedekkers en het groen dat in de schaduw
groeit. De zitjes zijn hier
afgezaagde boomstammen die perfect in de omgeving passen.
Ik
heb gekozen voor een natuurlijke tuin (ook wel eens wilde tuin genoemd),
alhoewel deze toch onder controle gehouden wordt. Door deze natuurlijke aanpak heeft onkruid minder kans, en kan je het als
een arbeidsvriendelijke tuin beschouwen. Een
tuin zonder onderhoud bestaat helemaal niet, en als het werk in de tuin je geen
voldoening geeft, kies je beter voor een huis zonder tuintje. Zelfs van het onderhouden van de tuin moet je kunnen genieten, een tuin
leeft en is nooit af, verder afwerken en aanpassen is voor mij ontspanning in
open lucht. Je krijgt nog binding
met de verschillende seizoenen en leeft zo met de natuur mee. Het is voor mij ook een aanleiding om sommige dieren en planten eens
nader te bestuderen. Zoals de
groene en bonte specht die regelmatige bezoekers zijn, het leven van de steur
(die in de vijver ondertussen de lengte van 1 m nadert). De levensloop van het koolwitje (van rups tot vlinder) en van enkele
planten die hierbij een belangrijke rol spelen. Zo leer je belangstelling hebben voor de eenvoudige dingen
rondom ons, en besef je meer en meer dat geluk hier gemakkelijker te vinden is
dan in grote, dure of spectaculaire ondernemingen.
Wat
is er dan anders aan zo’n natuurlijke tuin ? Vooreerst komen er alleen planten in die er zich goed thuis voelen (dit
hoeven niet allemaal inheemse te zijn, sommige exotische planten passen zich ook
heel goed aan als die juist gekozen zijn). Het is dus interessant om de natuurlijke groeiplaats van de planten te
kennen, en de eisen die ze stellen. Bemesten
is al helemaal niet nodig, die groeien zo voldoende. De natuur laat nooit een vruchtbaar plekje kaal, dus in mijn tuin is
alles dat niet verhard is begroeid met bomen, struiken, planten en
bodembedekkers. Doordat het om een
zure grond gaat, komen er ook wel mossen voor. Het is velen onbekend hoeveel soorten hiervan bestaan, en ook hoe mooi
deze kunnen zijn als ze hun natuurlijke weg mogen gaan. Een groot voordeel is dat het onderhoud hierdoor sterk beperkt wordt.
De planten vechten het onderling wel uit hoever ze mogen groeien. Het werk in de tuin bestaat in hoofdzaak uit het snoeien en binnen de
perken houden van bepaalde struiken, of enkele planten verwijderen als deze te
sterk aanwezig zijn.
Niets
moet nú gedaan worden, het kan morgen, volgende week of zelfs volgende maand
ook nog. Dit geeft een veel vrijer
gevoel en maakt het onderhoud van de tuin ook aangenamer.
Water
in de tuin is een grote aanwinst, gezien er zo een meer gevarieerde natuurlijke
biotoop ontstaat. Dit lokt dan heel
wat dieren, zodat er steeds wel iets te beleven valt. De waterpartij is in twee delen opgebouwd die met mekaar in verbinding
staan. Het eerste deel is een
vijver die met een verhoogde rand gemetst is en hierdoor op verschillende
plaatsen als zitbank kan gebruikt worden. Hierin
zwemmen de vissen in alle vrijheid rond, want door de constructie heeft de
reiger geen vat op de diertjes, alhoewel hij regelmatig een bezoekje brengt (in
de buurt leeft één van de grootste reigerkolonies van België), prachtige
vogels maar heel schuw. Ernaast
ligt een moeras dat heel wat taken vervult. De belangrijkste is filteren van het water.
Aan de ene kant wordt het water uit het moeras naar de vijver gepompt,
terwijl het via de overloop van de vijver aan de andere kant er weer inloopt (er
is ook nog een extern systeem met vlotter, dat met een pomp vanuit de boorput,
het waterpeil in de zomer constant houdt).
Het
water stroomt dwars door het moeras, tussen de waterplanten die de
voedingstoffen opnemen, langs de waterslakken die zich voeden met algen, en
hiermee het water zuiveren op een natuurlijke wijze.
Een
andere taak is de huisvesting van heel wat diertjes, zowel in als rond het
water. De levenscyclus van de libel
is mooi om te volgen : in het voorjaar zwemmen ze rond in het moeras en
lijken wel garnalen ; in het begin van de zomer kruipen ze langs een
rietstengel of plant omhoog en hangen er als het ware te drogen, ze kruipen
langzaam uit hun harnas, en komen na een paar uur als libel te voorschijn.
Op het einde van de zomer vliegen ze dan als helikopters boven het moeras
om er hun eitjes te leggen.
Kikkers
hoef je er helemaal niet in te steken, die komen vanzelf wel. Heel wat eitjes van de vissen komen ook via de overloop van
de vijver in het moeras terecht. Na
de eerste warme dagen krioelt het van de jonge visjes in het moeras, die dan
later als voer voor andere dieren verdwijnen. Hier heeft de reiger wel succes, ook de kat van de buren komt soms langs
om te vissen en met heel wat geduld en een aangeboren jachtinstinct lukt het
haar wel.
Sproeistoffen
en chemische middelen worden tot het uiterste beperkt (enkel de oprit die uit
natuursteen schilfers bestaat wordt onkruidvrij gehouden en de moestuin wordt
wel eens van kunstmeststof voorzien). Het
is niet te vermijden dat er eens venijn op de rozen zit, maar het is mooi om de
natuur zijn werk te laten doen, want korte tijd erna zie je de lieveheerbeestjes
en spinnen zo toenemen. Deze zijn
dan op hun beurt voedsel voor de kikkers en vogels. Zo wordt de tuin een klein paradijs, mede door de vele vlinders die de
bloeiende planten komen bezoeken, of de meikever die ’s avonds plots uit het
niets op de tafel landt.
Het
is vooral belangrijk om zo weinig mogelijk in te grijpen, zodat de natuurlijke
keten niet verbroken wordt. Genieten
van de tuin en alles wat erin gebeurt is één van de belangrijkste bezigheden.
Een
goed aangelegde tuin kan al onze zintuigen bewegen. Het is duidelijk dat het ‘zicht’ hier heel goed aan bod komt.
Ieder seizoen ziet de tuin er dan ook totaal anders uit. In de lente komen reeds vroeg de bollen tot bloei en brengen heel wat
kleur na de winter. In de zomer
krijgt groen in alle schakeringen de bovenhand, ieder hoekje aangevuld met een
eigen kleurenpallet (geen allegaartje van kleuren, maar enkel verwante kleuren
of complementaire kleuren samen). De
herfst is onweerstaanbaar mooi als de bladeren gaan verkleuren en planten mooie
zaaddozen of bloeiwijzen achterlaten. De
winter heeft dan zijn eigen charmes met de silhouetten van bomen en struiken,
die af en toe met een wit laagje bedekt zijn.
Op
de ‘geur’ is ook speciaal gelet, enkele planten gaan bij het bloeien
aangename geuren verspreiden. Sommige
doen dit reeds ‘s morgens, andere overdag, de meeste ‘s avonds, zodat het
terras gevuld is met een heerlijk parfum. Nog
andere planten laten die geur pas vrij bij het aanraken, zaak is dan om deze zo
te planten dat je er bijna niet naast kunt gaan, of er zelfs gewoon op trapt.
Het
‘gehoor’ wordt hier via verschillende wegen bediend. Eerst is er het water dat op de achtergrond uit een kruik in de vijver
valt, en vooraan over enkele stenen terug in het moeras stroomt. Heel wat uiteenlopende geluiden komen van de vele bewoners van de tuin,
het gekwaak van de kikker, het gefluit van de vogels, het snuffelen van een egel
of de vis die opspringt om een mug te vangen. Tenslotte zijn er ook nog enkele planten die met behulp van de wind een
aangenaam geritsel laten horen.
Met
het ‘gevoel’ is het duidelijk dat je dit vanuit je luie zetel moeilijk
gewaar wordt. Maar als je door de
tuin wandelt is het plezierig om een aantal planten aan te raken, sommige voelen
zijdeachtig en fluweelzacht aan, enkele bomen hebben speciaal ruwe schors
terwijl andere een spiegelgladde bast hebben.
Voor
de ‘smaak’ tenslotte staan er planten tussen waarvan de bessen of vruchten
eetbaar zijn, er is een plekje voor groenten en een kruidentuin voorzien. Verder kan je nog een appel plukken en hazelnoten of kastanjes rapen.
Dit
alles samen maakt een tuin heel boeiend, vol afwisseling, iedere dag dezelfde
tuin maar toch zo anders. Hij is er
om gebruikt te worden, hij geeft me iedere dag het gevoel van op reis te zijn,
op reis in mijn eigen tuin.
Guido
De Vliegher